Een delikate balans.
In een democratie is
iedere burger vrij om te kiezen door welke partij hij zijn eigen belangen en
die van de gemeenschap wil laten behartigen. Die vrijheid brengt ook mee dat
men kan veranderen van partij en deze dynamiek (van het meerpartijen stelsel)
maakt het bestel waakzaam en verantwoordelijk: de kiezer oordeelt.
Essentiëel daarbij is
de delikate balans tussen persoonlijk en algemeen belang. Deze afweging is niet
altijd gemakkelijk, want vrijheid en verantwoordelijkheid zijn soms moeilijk te
verzoenen.
Voor kandidaten, en
zeker voor verkozenen is die balans nog delikater. Uiteraard hebben ze dezelfde
vrije rechten als iedereen, maar toch zijn ze gehouden aan een engagement dat
ze zelf hebben aangegaan tegenover kiezers en partij. Een partij is immers meer
dan een instrument ten dienste van het eigen belang, eigen carriereplanning.
Natuurlijk kan men tot
de eerlijke overtuiging komen dat men later overstapt naar een andere groep,
maar zo’n overstap moet dan belangeloos gebeuren en steunen op eerlijke
overtuiging. Dat is een kwestie van politieke moraal. Zo’n overstap beoordelen
is niet gemakkelijk, maar gezond verstand zegt ons toch dit:
-
pas op met plotse
bekeringen. Hoe diep is de overtuiging in zo’n geval?
-
pas op met
overdreven ijver. Bekeerlingen hebben daar wel eens de neiging toe,
-
pas vooral op met
berekende en rendabele bekeringen.
De balans tussen
publiek en eigen belang zou hier wel eens grondig verstoord kunnen zijn.
In dat verband moet
men toch maar eens overwegen of het wel kan dat iemand bij een overstap zijn
functies meeneemt; (heeft men die wel
louter aan zichzelf te danken?)
Kortom : overstappen
is lang niet hetzelfde als overlopen.